De DNS (Domain Name Servers) kun je zien als het adresboek voor het internet. Bij het aanmaken van een domein geef je aan welke DNS-servers je wit gebruiken. Dat kunnen de onze zijn (waarbij de keuze gemaakt kan worden tussen de reguliere servers en de premium servers) maar ook die bij een andere partij.
Onze DNS-servers zijn gekoppeld aan de domeinnnaam. Dat wil zeggen: de DNS-editor is (alleen) bereikbaar door de domeinnaam te openen in ons portaal, en daar te kiezen voor DNS.
Dat wil niet zeggen dat een domeinnaam niet meer werkt als deze is wegverhuist naar een andere provider terwijl er nog wel van onze DNS-servers gebruik gemaakt wordt, maar dat de DNS niet meer te bewerken is.
Als uw domein een externe NS-set heeft, moet u de DNS-zone beheren waar de NS naar verwijst.
Zoals gezegd: De DNS is het adresboek van het internet en vertellen een bezoeker waar een website te vinden is, waar de mailservers zich bevinden en andere zaken die voor de goede werking van de domeinnaam en mail zorgen.
Om een beeld te krijgen van wat er in de DNS moet staan, geven we hier een overzicht van de verschillende typen records:
- NS
- A-records
- AAAA-records
- CNAME
- MX-records
- TXT-records
- Voorbeeld
NS
De Nameserver-records. Deze geven aan welke nameservers gebruikt worden. LET OP!! Deze records kunnen via de DNS-editor worden aangepast, maar daarmee worden de gebruikte nameservers NIET aangepast. Dat moet via de eigenschappen van de domeinnaam.
A-records
In een A-record geef je het IP-adres van een (sub-)domein aan; het adres van de server waar de domeinnaam op gehost wordt. Het is aan te raden om ten minste een A-record aan te maken voor de 'kale' domeinnaam, het 'www.'-subdomein en een wildcard-record (*.domeinnaam.ext). Hiermee zijn alle mogelijke subdomeinen afgevangen. Eventueel kunnen een 'mail.'-subdomein en een 'webmail.'-subdomein worden aangemaakt.
Het is goed mogelijk dat een of meerdere subdomeinen zich op een andere server bevinden en dus een ander IP-adres moeten krijgen hier.
AAAA-records
Hiervoor geldt in wezen hetzelfde als voor de A-records. Het grote verschil is dat AAAA-records de IPv6-adressen bevatten. Het is niet verplicht om AAAA-records aan te maken, maar gezien deze adressen steeds meer in gebruik raken is het aan te raden om ook AAAA-records aan te maken. Dezelfde AAAA-records aanmaken als je al gebruikt bij je A-records is een goed idee.
CNAME
Een CNAME kan worden gebruikt om een doorverwijzing te maken naar een ander (sub-)domein.
LET OP! Omdat het een doorverwijzig is, kan een CNAME niet op de kael domeinnaam worden aangemaakt. Het is ook niet mogelijk om een CNAME en een A- of AAAA-record op hetzelfde sub-domein aan te maken. Het is of het een, of de ander.
MX-records
Via de MX-records wordt aangegeven waar de mailservers staan, en waar de mail dus afgeleverd moet worden. In sommige gevallen is dat maar een server, maar er zijn ook diensten die er twee of meer gebruiken. Als dat laatste het geval is, dan kan het zijn dat de eigenaar van die dienst je verteld dat deze servers met een verschillende prioriteit aangesproken moeten worden. In het DNS-beheerscherm is er een veld voor dat. De prioriteit geeft aan na hoelang wachten (in milliseconden) de volgende server(s) aangesproken moeten worden.
TXT-records
Met behulp van TXT-records kun je extra informatie aan een domein meegeven. Veel mailproviders willen tegenwoordig kunnen controleren dat er bijvoorbeeld een SPF-record aanwezig is. Of een domein moet voor een leverancier geverifieerd zijn. Dat kan door een TXT-record aan te maken.
Een TXT-record kan allerlei informatie bevatten, en begint en eindigt altijd met dubbele aanhalingstekens.
Voorbeeld DNS
In bovenstaand voorbeeld is de DNS te zoen voor het domein exampledomain.nl
Er zijn A-records en AAAA-records voor de 'kale' domeinnaam en de wildcard (waarmee alle (niet specifiek benoemde sub-domeinen) naar dezelfde server verwijzen).
Er is een CNAME op de www., hiermee wordt een bezoeker van www.exapledomain.nl doorgestuurd naar de 'kale' domeinnaam. Als daar ooit een ander IP-adres voor wordt opgegeven, zal deze doorverwijzing gewoon blijven werken.
De MX-records verwijzen naar de server van Google. De cijfers voor de servernamen geven aan in welke volgorde de servers aangesproken worden (van laag naar hoog)
Verder zijn er 2 TXT-records actief. Een SPF-record en een Google-site-verification (met een - in dit geval - niet bestaande inhoud).
Met bovenstaande DNS zal het domein exampledomain.nl werken.
Zie ook: