Welkom bij de Metaregistrar EPP-documentatie. Deze documentatie is voor de nieuwe EPP-interface die in 2016 is uitgebracht.
Over EPP
Het EPP-protocol wordt door registers over de hele wereld gebruikt als standaard voor het maken, bijwerken en verwijderen van domeinnamen.
Het protocol maakt gebruik van 3 typen objecten en combineert deze met 5 acties.
Objecten
- Domeinobjecten bevatten informatie over domeinnamen
- Contactobjecten bevatten informatie over de contactpersonen die aan domeinnamen zijn gekoppeld, zoals de registrant, het Admin-contact of het technische contact
- Hostobjecten bevatten nameserverinformatie
Extra opdrachten
- DNS-opdrachten Maken, wijzigen of verwijderen van vermeldingen in de DNS van Metaregistrar
- SSL-opdrachten SSL-certificaten aanvragen of vernieuwen via de Metaregistrar-services
Acties
- Check voert een controle uit of een domein, contact of host object bestaat. Gebruik het om te verifiëren of u een bepaalde domeinnaam kunt registreren, of om te controleren of een host- of contact object bestaat voordat u het in een domein gebruikt.
- Create - maakt het gewenste object
- Delete - verwijdert het opnieuw. Contact en Host objecten kunnen alleen worden verwijderd als ze niet meer zijn gekoppeld aan Domein objecten.
- Info alle kenmerken ophalen die aan een object zijn gekoppeld
- Update wijzig kenmerk dat aan een object is gekoppeld
- Renew - alleen beschikbaar voor domein objecten: om een domeinnaam te verlengen, verplaatst u de vervaldatum verder in de toekomst
- Transfer Alleen beschikbaar voor domein objecten: hosts en contacten kunnen niet worden overgedragen
- Undelete Alleen beschikbaar voor domein objecten: Undelete een domeinnaam die eerder is verwijderd
Daarnaast bevat EPP een aantal opdrachten die niet direct aan de hierboven genoemde objecten gekoppeld zijn.
- Login Identificeert u bij het systeem en start een sessie
- Logout Meldt u af, beëindigt de sessie en sluit de verbinding
- Poll Query's voor berichten/gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden
- Hallo Controleert de status van de service en de verbinding
EPP-resultaatcodes
De resultaatcodes van EPP bestaan altijd uit 4 cijfers met de volgende betekenis:
-
1e cijfer 1 of 2:
- 1 betekent opdracht succesvol
- 2 betekent opdracht mislukt
-
2e cijfer 0-5
- 0=protocolprobleem
- 1=implementatiespecifiek probleem
- 2=beveiligingsprobleem
- 3=gegevensbeheerprobleem
- 4=serversysteemprobleem
- 5=verbindingsprobleem
-
3e en 4e cijfer: Meer details over waarom de respons slecht was
Het vermelden waard is dat responscode 1000 betekent: opdracht voltooid, maar 1001 betekent: opdracht geslaagd, maar er is één actie in behandeling.
Het resultaat van die actie in behandeling komt later binnen via een pollbericht.
Zie ook:
- Een gedetailleerde lijst met resultaatcodes en hun betekenissen vindt u hier
- Let ook op de informatie over EPP-transactie-ID's
- Controleer de inhoudsopgave hier: EPP-documentatie